JUISTE DIAGNOSE, SLEUTEL TOT SUCCESVOLLE WATERDICHTING

Lekken door positieve of negatieve waterdruk (fig. 1)

Een constructie is blootgesteld aan positieve waterdruk wanneer de waterdichtingslaag door het water tegen de ondergrond wordt gedrukt. Typische gevolgen van lekken bij positieve waterdruk zijn leeglopende zwembaden, vijvers, regenwaterputten en opvangbekkens.

We spreken over negatieve waterdruk wanneer het water langs de achterzijde de waterdichtingslaag van de ondergrond tracht te drukken of te doordringen.
In de praktijk spreken we over lekkende kelders, ondergrondse garages, liftputten e.d.

Barsten en verzuipen of …..

Bij structurele scheuren en barsten in de ondergrond van muren en vloeren moet eerst worden nagegaan of deze bewegend zijn of niet.

Niet bewegende barsten (fig. 2) worden uitgehakt met rechte zijkanten, of indien mogelijk zwaluwstaartvormig, en afgedicht met snelhardende, expanderende waterdichtingsmortel Met WATERPLUG afgedichte barsten of lekken moeten 2 maal overlaagd worden met een waterdichte bestrijking. (THOROSEAL OF THOROSEAL FX110)

Minimaal bewegende barsten moeten worden afgedicht mogelijk zwaluwstaartvormig, en opstoppen met een snelzettende, expanderende waterdichtingsmortel (WATERPLUG) en waterdichte zwelpasta (BUCOSWELL of WATERPACK) in een sandwichconstructie (fig. 3) eventueel aangevuld met injectie van harsen.

Barsten met een ernstig bewegingsrisico en uitzetvoegen moeten worden afgedicht met het BUCOFLEX systeem (fig. 4), bestaande uit een flexibel waterdichtingsmembraam dat over de barst of uitzettingsvoeg verlijmd wordt met waterdichte epoxylijm. Indien nodig eerst de waterdruk tijdelijk opvangen door injectie van harsen of een snelhardende, expanderende waterdichtingsmortel (WATERPLUG).

Lekkages door barsten in bepleistering zijn veelal aarneembaar ter plaatse van krimpscheuren of aan barsten ontstaan door zoutkristallisatie achter de pleister. In beide gevallen moeten de gebarsten en losse delen worden afgekapt, zonodig over het ganse oppervlak, gevolgd door herbepleisteren met een waterdichte sulfaatbestendige pleistermortel (THOROSEAL WR) . In geval van louter krimpscheuren in goed hechtende niet-zoutbelaste pleister bestaat een waterdichte oplossing vaak uit de toepassing van 2 lagen waterdichte en scheuroverbruggende flexibele coating op basis van cementgebonden polymeren (THOROSEAL FX110) al dan niet, volgens noodzaak, versterkt met een flexibel wapeningsnet in alkalibestendig glasvezel (FX MESH). (fig. 5)

Mortelvoeg lekt…..

Lekkende mortelvoegen in metselwerk worden 3 cm diep uitgehakt en afgedicht met snelzettende,
expanderende waterdichtingsmortel (WATERPLUG).
Hetzelfde geldt voor afstandshouders.

TE WEINIG AANDACHT VOOR KIMNAAD VAAK OORZAAK VAN ONGEWENST BINNENZWEMBAD

Waar vind ik de kimnaad terug?

De aansluiting van de vloer met de opgaande muur noemen we de kimnaad. Deze aansluiting is een kritiek punt, en vaak oorzaak van een natte keldervloer.
Ondanks het feit dat dit een gekend fenomeen is, wordt er vaak té weinig aandacht aan besteed tijdens de bouwfase. Dit zowel bij gewone woningen als bij grotere gebouwen zoals ondergrondse parkings, appartementsgebouwen, ziekenhuizen, e.d.

Wat te doen bij een lekkende kimnaad?

Bij een lekkende kimnaad aan de versnijding vloer/muur, wordt deze uitgehakt tot +/- 3 tot 5 cm diep, met een breedte van 2 à 3 cm, er voor zorgend dat de zijkanten recht zijn of zwaluwstaart verlopen. De zo ontstane voeg wordt afgedicht met snelzettende, expanderende waterdichtingsmortel (WATERPLUG) en onder 45° schuin afgestreken (fig. 6). Doorvoeringen en bevestiging van nutsvoorzieningen niet over het hoofd zien.

Buisdoorvoeringen

Bij buisdoorvoeringen die water doorlaten rondom de buis wordt over een zo groot mogelijke diepte, met een minimum van 5 cm, over een breedte rondom van minstens 3 tot 5 cm, alles weggehakt. Bij het ontbreken van voldoende rugvulling kan deze worden
gerealiseerd door injectie van PU-schuim. Daarna wordt de doorvoer, rondom de buis, afgedicht met een sandwichconstructie (fig. 7) van snelzettende, expanderende waterdichtingsmortel (WATERPLUG) en een waterdichte zwelpasta (BUCOSWELL of WATERPACK).

Eventuele pompputten moeten waterdicht gecoat of bepleisterd worden, zodanig dat ze alleen lekwater kunnen opvangen.

Kabels

Instromend grondwater door de wachtbuizen van kabeldoorvoeringen (fig. 8) kan worden gestopt in drie (fig. 9) stappen.

Begin met het aanbrengen van een PU rugvulling op een diepte van 13 tot 15 cm achter de voorkant van de buis. Vervolgens de buis rond de kabel opspuiten (WATERPACK) zonder insluiting van lucht tot 3 à 5 cm van de voorkant van de buis. Als laatste stap de 3 à 5 cm die nog niet gevuld zijn, opstoppen met snelzettende, expanderende waterdichtingsmortel (WATERPLUG).

Let er op dat bij doorvoering van 2 of meerdere kabels of leidingen, er steeds minstens 1 cm ruimte is tussen de verschillende kabels, die goed wordt gevuld met Waterpack. Buizen of kabels mogen nooit vlak tegen elkaar liggen.

Pluggen en bevestigingsbouten

Het doorboren van de waterdichting voor bevestiging van rekken of leidingen is beslist geen goed idee. Toch is het perfect mogelijk om zaken aan de muur of vloer te bevestigen zonder onderbreking van de waterdichting.

Hiervoor boort u de opening voldoende ruim open. Vul het boorgat met snelzettende, expanderende waterdichtingsmortel (WATERPLUG) en druk onmiddellijk een plug of bout in de verse mortel. Doordat de bevestiging gebeurt in een waterdichte bedding, blijft de waterdichting gegarandeerd.

Afvoerputjes en pompputten

Klokputjes moeten worden geplaatst in een waterdicht mortelbed, eventueel gecombineerd met het gebruik van zwelpasta en/of injectiehars. De exacte uitvoeringswijze is steeds te bekijken aan de hand van het gebruikte model.

Vocht doorlatende bepleistering

Capillair vocht doorlatende bepleistering is meestal zeer sterk zoutbelast. Deze zouten zijn sterk hygroscopisch, d.w.z. dat zij de luchtvochtigheid aantrekken zodat de muur constant vochtig blijft.
Een aantal van deze zouten kent tijdens de kristallisatie een grote driedimensionele expansie die kan leiden tot beschadiging en zelfs vernietiging van de pleister zodat er grondwaterlekken ontstaan i.p.v. capillair vocht.
Een zoutanalyse is hier aangewezen om de keuze van de oplossing te bepalen.
Deze kan bestaan uit afkappen en waterdicht herbepleisteren, of in sommige gevallen, wanneer de ondergrond solide en vast is, in het isoleren van de zouten door het aanbrengen van een zoutbestendige en poriënvullende coating of bepleistering.